Voor veel bedrijven die willen uitbreiden, zijn merklicenties en franchising populaire manieren om dit te doen. Beide modellen helpen om een merk groter te maken, maar ze verschillen sterk in hoe ze werken en wat ze vereisen van de ondernemer. In dit artikel leggen we de belangrijkste verschillen uit tussen een merklicentie en een franchise, zodat je als ondernemer een weloverwogen keuze kunt maken.
Wat is een merklicentie?
Een merklicentie is een overeenkomst waarbij de eigenaar van een merk (de licentiegever) een andere partij (de licentiehouder) toestemming geeft om het merk te gebruiken voor bepaalde producten of diensten. In ruil voor het gebruik van het merk betaalt de licentiehouder royalty’s, vaak gebaseerd op de omzet die met het merk wordt gegenereerd.
Wat een merklicentie bijzonder maakt, is dat de licentiegever weinig controle heeft over hoe de licentiehouder zijn bedrijf runt. De licentiehouder heeft veel vrijheid om het bedrijf op zijn eigen manier te organiseren, zolang het merk consistent wordt gepresenteerd.
Een bekend voorbeeld is Disney. Het bedrijf verstrekt licenties aan andere bedrijven, bijvoorbeeld voor de productie van speelgoed, kleding en accessoires met Disney-personages. Disney heeft daarbij weinig invloed op hoe deze bedrijven hun producten produceren, maar zorgt ervoor dat de merkstandaarden en kwaliteitsrichtlijnen worden nageleefd.
Wat is een franchise?
Franchising is een meer gestructureerd model waarbij de franchisegever het recht verleent aan een franchisenemer om een bedrijf te runnen volgens een gedetailleerd en beproefd systeem. Dit systeem omvat niet alleen het merk, maar ook de producten, diensten en de bedrijfsvoering zelf. Franchisenemers betalen een franchisevergoeding en royalty’s, vaak gebaseerd op hun omzet, in ruil voor het gebruik van dit bedrijfsmodel.
Franchising gaat verder dan merklicenties omdat de franchisegever veel meer controle uitoefent over de bedrijfsvoering van de franchisenemer. Franchisegevers stellen strikte richtlijnen op voor het runnen van het bedrijf, van de inrichting van het pand tot de klantenservice. Ze bieden ook training en marketingondersteuning om ervoor te zorgen dat het merk wereldwijd consistent blijft.
McDonald’s is een klassiek voorbeeld van een franchise. Franchisegevers krijgen toegang tot het beproefde bedrijfsmodel van McDonald’s, inclusief richtlijnen voor alles van de menukaart tot de inrichting van het restaurant. McDonald’s zorgt voor uitgebreide training en blijft nauw betrokken bij de dagelijkse werking van elk franchise restaurant om de kwaliteit en merkconsistentie te waarborgen.
Vergelijking van merklicentie en franchise
1. Controle
Het belangrijkste verschil tussen een merklicentie en een franchise is de mate van controle die de licentiegever of franchisegever heeft. Bij een merklicentie heeft de licentiegever weinig controle over de bedrijfsvoering. De licentiehouder bepaalt zelf hoe het bedrijf wordt gerund, zolang het merk consistent wordt gepresenteerd.
In een franchise daarentegen heeft de franchisegever veel meer controle. Er zijn strikte richtlijnen voor de bedrijfsvoering, van het design van het restaurant tot de wijze waarop klanten worden behandeld. Franchisenemers moeten zich aan deze richtlijnen houden om de uniforme uitstraling van het merk te behouden.
2. Opleiding en ondersteuning
Bij merklicenties is de ondersteuning van de licentiegever beperkt. De licentiegever zorgt ervoor dat het merk correct wordt gepromoot, maar de licentiehouder is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering.
Franchisenemers daarentegen krijgen veel meer begeleiding. Franchisegevers bieden intensieve training en doorlopende ondersteuning op het gebied van operaties, klantenservice, marketing en personeelsbeheer. Ze zorgen ervoor dat het bedrijf volgens het beproefde model wordt gerund, wat de kans op succes vergroot.
3. Kosten
De kostenstructuur verschilt ook. Bij merklicenties betaalt de licentiehouder meestal een eenmalige vergoeding of doorlopende royalty’s. Deze kosten zijn doorgaans lager dan bij franchising, aangezien de licentiehouder zelf verantwoordelijk is voor de operationele kant van het bedrijf.
Bij een franchise daarentegen kunnen de kosten aanzienlijk hoger zijn. Naast een initiële franchisevergoeding betaalt de franchisenemer doorgaans royalty’s van 4% tot 12% van de omzet. Vaak worden er ook bijdragen gevraagd voor gezamenlijke marketinginspanningen. Dit maakt franchising vaak duurder dan een merklicentie.
4. Risico’s en aansprakelijkheid
Ook qua aansprakelijkheid is er een verschil. Bij een merklicentie heeft de licentiehouder meer autonomie en is daardoor zelf verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Bij franchising draagt de franchisegever gedeeltelijk de verantwoordelijkheid voor het merk en de kwaliteit van de dienstverlening, omdat hij toezicht houdt op de operationele uitvoering van de franchisenemer.
Een slechte uitvoering van een franchisevestiging kan echter de reputatie van het merk schaden, wat betekent dat franchisegevers nauwlettend toezien op de prestaties van hun franchisenemers.
Welke optie past bij jouw bedrijf?
De keuze tussen een merklicentie en een franchise hangt af van je zakelijke doelen. Als je veel vrijheid wilt in hoe je je bedrijf runt en liever minder kosten maakt, kan een merklicentie de juiste keuze zijn. Dit model biedt lagere kosten en meer autonomie, maar vereist dat je zelf de verantwoordelijkheid neemt voor de bedrijfsvoering.
Als je daarentegen liever een beproefd systeem met meer ondersteuning gebruikt en bereid bent om hogere kosten te betalen, dan is franchising waarschijnlijk de betere keuze. Franchising biedt de voordelen van merkherkenning, training en marketingondersteuning, maar vereist dat je je aan strikte richtlijnen houdt.
Samenvatting
Merklicenties en franchising bieden bedrijven beide de mogelijkheid om uit te breiden, maar ze verschillen op belangrijke punten zoals controle, kosten, ondersteuning en aansprakelijkheid. Het is belangrijk om de voor- en nadelen van beide modellen goed af te wegen voordat je een keuze maakt. Als ondernemer moet je beslissen welk model het beste past bij je doelen en je bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen voor de bedrijfsvoering.